Portretten zijn er in alle soorten en maten. Om echt origineel te zijn valt niet mee. Tegelijk is ieder portret ook altijd weer origineel. Wat de ene fotograaf in die fractie van een seconde heeft vast gelegd, zal de ander nooit kunnen. Zeker niet van levende mensen. Een lichaam heeft zoveel spieren en bij iedere fotograaf zullen er andere spieren andere bewegingen gemaakt hebben. Je reageert bij de ene fotograaf anders dan bij de ander. Op iedere persoon reageer jezelf al anders. In een portretfoto probeer je iemand weer te geven zoals je die zag. Een tel later en de hele uitdrukking kan anders zijn, dus wat is nu wat je zag?
Voor
Koos Breukel vormen de portretten die nu in het
Nederlands Fotomuseum hangen een soort zelfportret. Al staat hij er zelf niet op. Op groot formaat gefotografeerd en afgedrukt zijn het zeer bijzondere portretten. Je ziet werkelijk alles, misschien wel meer dan je normaal zou zien in iemands gezicht. Boeiende personen, in al hun eenvoud. Ogenschijnlijk simpel gefotografeerd, maar in de details zie je absoluut de kunst van de fotograaf. Een indrukwekkende serie dus, voor de portretliefhebber een must om te zien.
Naast de grote portretten hingen er ook twee series, kleiner afgedruk (en yes, weer punaises...) van twee belangrijke personen uit het leven van Koos Breukel. Hoewel niet zo secuur opgenomen als met de technische camera, zie je ook in deze foto's de kwaliteiten van de fotograaf terug. Twee goede series, die een deel van het leven laten zien. De een eindigt met leven, de ander met de dood.
Ik vind die punaises toch wel een beetje vervelen. Het was erg leuk, maar als het aan mij ligt is het vanaf nu 'uit' om ze nog te gebruiken!
Ik denk dat ik zeer binnenkort maar eens weer naar Rotterdam moet rijden om wat inspiratie op te doen.